Heemkunde
Gepubliceerd op
Laatst bijgewerkt op
Af en toe doe ik graag aan heemkunde.
Wat is heemkunde?
Wikipedia heeft een mooie uitleg:
Heemkunde, naar het woord heem, is onderzoek naar de eigen leefomgeving. Heemkunde valt onder het immateriële culturele erfgoed en omvat alle wetenschappen op lokaal of regionaal niveau, met als doel heemkennis te vergaren. Het onderzoek kan gericht zijn op de geschiedenis (bijvoorbeeld door middel van archeologie), geografie, demografie, genealogie, dialectologie, toponymie, aardrijkskunde, biologie en ecologie van een woonplaats of omgeving. Heemkunde kan zich op zowel het heden als het verleden richten.
Heemkunde is dus zeker ruimer dan hoe ik het begrip hier invul. Mijn invulling leunt meer aan bij het gebruik in de term heemkundige kring, kringen die bijna uitsluitend het verleden bestuderen. Deze kringen richten zich op de lokale geschiedenis, de details die te klein zijn om in de geschiedenisboeken te komen.
Mijn interessegebieden zijn op te delen in twee grote delen: genealogie en plaatselijke geschiedenis. Over dat eerste is op deze website (nog) niets te vinden, waardoor ik er ook niet verder over uitweid.
Voorbeelden
Doordat steeds meer bronnen op het internet beschikbaar zijn, is al heel wat informatie te verzamelen zonder het huis uit te gaan. Enkele voorbeelden hiervan die tot tastbare resultaten (al is het gebruik van dat woord betwistbaar, daar het om digitale resultaten gaat) geleid hebben:
- De lijst van oud-bestuursleden van Zeus WPI (zie de context in PR 335)
- Opnieuw bij Zeus WPI, allerlei inhoud van de website aangevuld. Lees ook het bijhorende blogartikel.
- De Wikipedia-pagina van de Société des chemins de fer de la Flandre-Occidentale (de voorloper van de NMBS in West-Vlaanderen).
In de eerste plaats leiden veel onderzoeken niet tot een resultaat waarover iets te schrijven valt, of zijn de data al beschikbaar. Zo is het vaak dat de online beschikbare resultaten zich beperken tot de droge feitengegevens, terwijl het net anekdotes zijn die de geschiedenis levendig en interessant maken.
Ter illustratie van dit laatste feit is het artikel Vergeelde bladzijden… Toen het reglement wet was van P. Vankeer over de NMBS' reglement van weleer. Dit artikel is zeker het lezen waard.
Op diezelfde website staan nog verscheidene andere reproducties van artikels uit Het Spoor, die ook het lezen waard zijn, zoals Vergeelde bladzijden: “fisiologie van de spoorweg” of hoe een Franse journalist, honderd jaar geleden, de spoorweg zag.
In dit laatste artikel wordt een boek besproken van een Franse journalist, die het avontuur van reizen met de trein vertelt. Eén passage betreft de legende van de pet, dat ik hieronder gereproduceerd heb:
Een wegwerker vindt een pet op het spoor. Hij overhandigt ze aan zijn baanmeester. Deze maakt een rapport voor zijn sectiechef en stuurt het hem op, samen met het voorwerp.
De sectiechef maakt een rapport voor de ingenieur van de afdeling, die, op zijn beurt, alles met een nieuw rapport aan de hoofdingenieur overmaakt.
De hoofdingenieur stuurt die stukken en de pet ter inzage aan de chef van de exploitatie. Een onderzoek wordt ingesteld door een inspecteur van de afdeling op het grondgebied van de plaats waar de pet gevonden werd, zulks om uit te maken of, op het ogenblik dat die pet op het spoor terechtkwam, er geen hoofd onder zat en of de illustere eigenaar van dat hoofd niet door een trein beschadigd werd. Neen, de pet was alleen. Overmaking van het desbetreffend rapport van de inspecteur en terugzending van de pet.
De pet wordt naar het klachtenkantoor, sectie gevonden voorwerpen, gestuurd, waar de zeven administratieve stukken die haar vergezellen, in een map gestoken worden onder de titel Dossier nr. 297,653.
Een maand later vindt de loopjongen, bij het schoonmaken van de kantoren, een vormeloos voorwerp vol slijk en aangevreten door motten; hij gooit het in de vuilnisbak. Na een deskundig onderzoek van die bak, legt de voddenraper beslag op het hoofddeksel.
Hij heeft er geen flauw idee van dat die lomp, welke geen twee cent waard is, het Dossier nr. 297,653 is, dat de maatschappij wellicht een vijftiental franken kost.