Startpagina > Rood is de kleur van weleer

Rood is de kleur van weleer

Niko Strijbol

technisch, site

Sommige zaken lijken dermate vanzelfsprekend, dat we er zelden bij verwijlen. Tot die zaken horen zeker de kleuren, die een niet te miskennen rol spelen in het leven. Des te meer voor rood, een kleur met bijzondere betekenis. Het is rood waarvoor talen, na zwart en wit, telkens weer een woord wrochten. Het is rood dat het eerste verfmengsel naast zwart vormt waarmee de mensheid haar schilderijen en tekeningen smukte. Het is de kleur van minnedrift en bloed, van moed en heldhaftigheid, van oorlog en gevaar, van plezier en weelde. Kortom, de kleur van de grote krachten die het leven tekenen.

De overpeinzingen dezes stuks vinden hun aanleiding in een nieuw rood op deze webstede. Dat nieuwe rood vormt de gelegenheid bij uitstek om een zwerftocht te maken langs de vele oorden waarin de kleur rood zich laat gelden: in de natuurkunde, de geschiedenis, de taal en in haar rol in de typografie. Na onze uitstap komen we terug bij de nieuwe kleuren op deze webstede.

Rood is de kleur van een golflengte

Vooraleer we onze aandacht vestigen op rood, staan we stil bij de idee kleur. Natuurkundig bestaat kleur in wezen niet. Een deel des waaiers aan golven uit de elektromagnetische straling is zichtbaar voor mensen: het licht. De kleur die wij het licht toedichten is niets anders dan de golflengte der straling: naargelang de golflengte ervaren mensen straling als een bepaalde kleur.

Ogen van mensen herbergen lichtgevoelige cellen: de bekendste zijn de staafjes en de kegeltjes. De staafjes staan voornamelijk in voor het waarnemen van de lichtsterkte, doch kunnen geen kleuren onderscheiden. Ze spelen voornamelijk een rol bij schaars licht. Daar ze het gevoeligst zijn voor blauw-groen licht, gebruiken instrumenten of andere lampen die het nachtzicht niet mogen verstoren soms rood licht.

Voor de kleuren bestaan er in het oog drieërlei kegeltjes, elk gevoelig voor een eigen samenstelling van golflengtes. De drie soorten kegels worden vaak aangeduid met hun Engelse naam: de S-, M- en L-kegels, wat staat voor short, medium en long, naar de golflengte waarvoor ze het ontvankelijkst zijn. S-kegels zijn gevoelig voor blauw licht, M-kegels voor groen licht en L-kegels voor rood licht.

B22
Figuur 1. De gevoeligheid van de drie soorten kegels en de staafjes in het menselijk oog. De staafjes zijn vooral van belang voor zicht bij weinig licht, terwijl elk soort kegel gevoelig is voor een bepaalde golflengte. Onderaan de golflengtes als kleuren, alsook de verdeling in namen die Newton aan het spectrum gaf. Merk op dat dit tot op zeker hoogte eigenmachtig was: er bestaan meerdere andere verdelingen, die geen van alle helemaal overeenkomen met hoe de woorden in de dagelijkse taal gebruikt worden. Bron: zie onderaan.

Schijnt een lichtbron, dan zal dat licht vaak een bestendige samenstelling van golflengtes hebben. Om kleur te kunnen onderscheiden moeten evenwel verschillende golflengtes in verscheidene sterktes de ogen bereiken. Dit geschiedt door weerkaatsing: oppervlakken weerkaatsen niet alle golflengtes even goed. Een oppervlak zal er bijvoorbeeld blauwig uitzien als het alleen korte golflengtes terugwerpt.

Met onze natuurkundehoed op zijn zwart en wit geen echte kleuren: zwart is het ontstentenis van licht, en wit is de weerkaatsing van alle golflengtes in dezelfde mate. Daarom zijn er lieden die beweren dat zwart en wit geen kleuren wezen. Hetzelfde wordt dan doorgetrokken naar grijs. Dat is evenwel een misvatting.

Buiten de voornoemde omstandigheden, waarin kleur gebezigd wordt als evenwoord voor de golflengte van licht, zijn wit, zwart en grijs uiteraard wel kleuren. Cultureel en taalkundig zeker,11 Bijvoorbeeld In het alg. taalgebruik worden ook zwart en wit als kleuren beschouwd, hoewel fysisch gezien zwart ontstaat door volledige absorptie van alle lichtstralen en wit door volledige reflectie ervan uit het Woordenboek der Nederlandsche Taal bij ingang verf, wat het oorspronkelijke Nederlandse woord voor kleur was en natuurkundig doorgaans ook. Zuiver zwart is enkel in algehele duisternis mogelijk. Rein wit is tevens buitengemeen: het meeste wit bestaat niet uit alle golflengtes in precies dezelfde sterktes.

Wie het kleurschap van zwart en wit ontkent, is ofwel misleid in zijn opvattingen, ofwel veinst hij de fijnheden van de taal niet te vatten.

Rood is de kleur van de geschiedenis

Dat rood een sleutelrol vervult in de geschiedenis, wordt door menig geschiedschrijver vastgesteld. We kunnen dan ook een van hen aan het woord laten:

Rood is in de Westerse wereld de eerste kleur waarover de mens zijn heerschappij uitoefende, zowel in de schilderkunst als in de textielververij. Dit is waarschijnlijk de reden waarom het lange tijd de kleur „bij uitstek” is gebleven, de betekenisvolste kleur op materieel, sociaal, artistiek, dromerig en symbolisch vlak.

Rood, bewonderd door de Grieken en de Romeinen, was in de oudheid een symbool van macht, rijkdom en majesteit. In de middeleeuwen kreeg het een sterke religieuze dimensie, waarbij het zowel verwees naar het bloed van Christus als naar de vlammen van de hel. Maar in de seculiere wereld was het ook de kleur van de liefde, de roem en de schoonheid, evenals die van trots, geweld en wellust.

In de zestiende eeuw trokken de protestantse moraalridders ten strijde tegen het rood, dat zij zagen als een onfatsoenlijke en immorele kleur, verbonden met wereldse ijdelheden en de excessen van de Rooms-Katholieke Kerk. Vanaf dat moment ging het overal in Europa bergaf voor het rood, zowel in de materiële zaken als in het dagelijks leven. Deze neergang zette zich voort gedurende de gehele moderne en hedendaagse tijd en werd in de loop der jaren steeds sterker.

Vanaf de Franse Revolutie kreeg rood echter een ideologische en politieke dimensie. Het werd de kleur van progressieve of subversieve krachten, en later van linkse partijen, een rol die het tot op de dag van vandaag heeft behouden.

De woorden van Pastoureau schetsen een helder beeld van een kleur die door de eeuwen heen het zinnebeeld was van de wezenlijkste kanten van het menselijk bestaan. We hoeven daar dan ook niets aan toe te voegen. Wie de fijne details wil weten, leze het boek van Pastoureau, verkrijgbaar in onder andere het Frans en het Engels.

Rood is de kleur van taal

Taal is het weefsel waarmee de mens zijn innerlijke beleving vangt, de warboel van het bestaan poogt te ordenen en zich richt tot zijn lotgenoten. Het is, zo wordt vaak gesteld, wat ons scheidt van de dieren.22 Zie ook Taal is het product van onze vriendelijkheid. Het belang van rood indachtig, hoeft het niet te verbazen dat de woorden voor deze kleur een voorname plaats innemen in vele talen. Het noemen van kleuren is een vakgebied op zich en onderwerp van menig stuk in academische tijdschriften. De gangbaarste leer over kleuren in taal is die uit het boek van Brent Berlin en Paul Kay uit 1969: Basic Color Terms: Their Universality and Evolution.33 Beschikbaar in onder andere het Internetarchief.

Eerst moeten we enkele termen uit de taalkunde duiden. Ongelede woorden, zoals rood, blauw of zwart, kunnen niet verder ontleed worden in kleinere eenheden met betekenis. Gelede woorden daarentegen, bestaan uit verschillende betekenisvolle delen, zoals lichtblauw of gebroken wit.

Berlin en Kay stellen dat elke taal de kleurenwaaier opdeelt in een aantal van deze ongelede woorden. Dit zijn kleurvelden: unieke kleuren benoemd met ongelede woorden. Algemeen wordt aangenomen dat het Nederlands, net als het Engels of Frans, elf kleurvelden heeft: zwart , wit , rood , geel , groen , blauw , bruin , grijs , paars , roze en oranje .

De grenzen van deze kleurvelden zijn evenwel niet in steen gebeiteld: ze vloeien en verschillen van taalspreker tot taalspreker. Daarom is het duiden van de kleurvelden in een taal geen eenvoudig gegeven. Om orde te scheppen stellen Berlin en Kay een aantal voorwaarden op waaraan een woord moet voldoen om als kleurveld te gelden.

Ten eerste betreft het een ongeleed woord. Gelede woorden als lichtblauw zijn uitgesloten. Voorts mag de kleur niet onder een ander kleurveld vallen. Zo is scharlaken duidelijk een rode tint. Tot slot moet het algemeen herkend en gebruikt worden door de taalsprekers. Deze laatste voorwaarde brengt een vuistregel voort om met twijfelgevallen af te rekenen: is een beschrijvende vervanging van de kleur door andere kleuren aanvaard of gebruikelijk? Zo zal lichtblauw voor cyaan of groen-blauw voor turkoois vaak aanvaard worden, terwijl rood-geel voor oranje veel minder zal voorkomen.

Om het wezen van kleurvelden te doorgronden kan een blik op talen die verschillen van de onze verhelderend zijn.

Zo bestrijkt het Japanse ao (青) van oudsher de kleuren die wij als blauw en groen benoemen: het is een en hetzelfde kleurveld. De omstandigheden bepalen dan welke kleur bedoeld wordt. In de Heianperiode (794 tot 1185 n.Chr.)44 Hoewel taal snel kan veranderen, kan het ook heel traag gaan. maakt midori (緑) zijn opwachting, met als enige betekenis groen. Het woord werd ogenschijnlijk slechts wijdverbreid na de Tweede Wereldoorlog. Midori werd nog lange tijd beschouwd als een vorm van blauw, zoals azuur in het Nederlands een vorm van blauw is. Vandaag is de verhouding tussen ao en midori blijvend onduidelijk. In oude en vaste uitdrukkingen worden groene zaken benoemd met ao, zoals groene appels. Andere groene voorwerpen worden wel enkel met midori aangeduid.

Omgekeerd kent het Russisch een bijkomend kleurveld: er is een onderscheid tussen donkerder blauw (zoals de zee) en lichter blauw (zoals de lucht). Daarvoor heeft het de woorden sini (синий) en goloeboj (голубой). Voor een Rus is het verschil tussen deze twee kleuren even wezenlijk als het verschil tussen ons bruin en oranje.

Deze voorbeelden tonen tevens aan dat het afbakenen van kleurvelden niet eenduidig is, te meer dankzij de voornoemde persoonlijke aard van woorden voor kleuren. Zo is het niet zeldzaam om cyaan of turkoois als twaalfde kleurveld te herkennen. Omgekeerd is een bestaand kleurveld zoals roze wazig: soms wordt een lichtrode tint bedoeld, dan weer worden vormen van magenta bedoeld. Dit doet de vraag rijzen naar de aard van het kleurveld. De verklaring voor deze vaagheid schuilt deels in de geschiedenis. Roze is een betrekkelijk jonge ontlening aan het Frans (rond 1500 n.Chr.): daarvoor was er geen woord en dus ook geen kleurveld. Taal is immers een levend wezen: het verandert voortdurend en staat onder invloed van culturele en stoffelijke evoluties.55 Technische vooruitgang zorgt ervoor dat de kleuren die we nu kunnen gebruiken praktisch onbeperkt zijn, maar dat was lange tijd niet het geval.

Nu komen we tot een tweede pijler van de leer van Berlin en Kay, en de reden waarom we deze uiteenzetting gedaan hebben. Ze stellen dat elke taal dezelfde evolutie doormaakt en in dezelfde volgorde kleurvelden afbakent.66 Meer hierover op Color term Zo maakt vrijwel elke taal onderscheid tussen donker en licht (wit en zwart in kleurwoorden). Bakent de taal een derde kleurveld af, is dat steevast rood. De vierde kleur is altijd geel of groen.

Het volledige stappenplan doet er nu minder toe, en is in de loop der jaren ook afgezwakt door tegenvoorbeelden of kritieken van medewetenschappers.77 Zie ook Linguistic relativity and the color naming debate Er zijn ook stukken die beweren dat de volledige volgorde niet vastligt, zoals McNeil in 1972 met zijn Colour and Colour Terminology. Toch lijken de meesten te aanvaarden dat er een volgorde is, en dat rood hoog in die volgorde zit.

Dat de betekenis van rood diep reikt, getuigen ook andere taalkundige sporen. Een terugkeer naar het Russisch leert ons dat het woord voor rood krasny (кра́сный) eertijds ook de betekenis mooi droeg. Het Rode Plein te Moskou dankt zijn naam dus niet aan de rode gebouwen rondom het plein, maar aan de ervaren schoonheid ervan. Een ander voorbeeld brengt ons naar het Spaans. Daar bestaat naast het woord rojo voor rood ook colorado, hetgeen zowel rood als gekleurd betekent. Het hebben van kleur staat dus gelijk aan het rood zijn: als iets gekleurd is, dan is het in de eerste plaats rood.

Rood is de kleur van de typograaf

Deze voorrang van rood, onmiddellijk volgend op het zwart en wit in de taal, vindt een treffende weerspiegeling in de wereld van de boeken en de handschriften. Ook hier, in het vroon van de letter, is rood van oudsher de derde kleur (na het zwart der letteren en wit der bladen). Zoals Bringhurst het verwoordt (mijn nadruk):

Het eigenlijke begin van de tekst zal iets nodig hebben om op te vallen: een spandoek, een punthoed of een felrode jurk. Soms worden fleurons (typografische ornamenten) gebruikt om het begin van een tekst te markeren. Ze worden meestal in rood gedrukt, de doorgaans door de typograaf gebruikte steunkleur. De openingszin, of de hele eerste regel, kan in kleinkapitalen gezet worden of in vette onderkast met kapitaal. Een andere, uitstekende manier om het begin van een tekst te markeren, een erfstuk van de kopiisten, is de lettrine of versaal, oftewel de begin-initiaal. Deze kan op verschillende manieren gebruikt worden. […​] Hij kan gezet worden in hetzelfde lettertype als de tekstletter of juist in een totaal ander lettertype. Zowel in de traditie van het schrift als in die van het gedrukte boek werden initialen bij voorkeur niet in zwart, maar – als het budget dit toeliet – in rood of een andere kleur gedrukt.

Grondslagen van de typografie p. 75-76, Robert Bringhurst

Rood als steunkleur van de typograaf en kopiist heeft diepe wortels in de geschiedenis. Reeds in handschriften werd rood gebruikt om het lezen makkelijker te maken, accenten te leggen, of het werk te verfraaien. Het rode deel van een tekst heeft een naam: een rubriek, waarbij het aanbrengen van rubrieken het rubriceren is. In het Woordenboek der Nederlandsche Taal vinden we onder andere volgende verklaringen voor rubriek:

  1. Roodaarde, rode verfstof. Verouderd
  2. In rood geschreven letter of schrift (waarmede men oudtijds in een boek het begin van een nieuwe afdeling aangaf). Verouderd.
  3. Opschrift, titel boven een afdeling in een boek of ander geschrift (oorspronkelijk rood geschreven of gedrukt).
  4. Afdeling.

Deze verklaringen weerspiegelen treffend de geschiedenis van de praktijk. Aanvankelijk in gebruik om de rode inkt of verf te benoemen, verschoof de betekenis naar elk deel dat in die rode inkt geschreven werd. Vervolgens verschoof de betekenis verder naar de elementen die het vaakst in het rood werden aangeduid. Tot slot kwam het woord te staan voor de functie die de rode elementen zelf vervulden: een nieuw stuk of afdeling in een boek, een rubriek.

Wie met eigen ogen deze praktijk wenst te zien, aanschouwe het stuk A Red Letter Way: Color, Writing, and Reading in Antiquity and the Middle Ages van Sarah E. Bond.88 Het is een Amerikaans gebruik om de initiaal van de tweede naam steevast te noteren. Verder bekijke men Wat rood hoort te zijn: rubricatie in gedrukte boeken van Larissa Cöhrs. Een bredere verkenning van rood als steunkleur bij grafische vormgeving leze men in Rubrication Design Examples van Gwern Branwen.

Rood is de kleur van deze webstede

Al deze overpeinzingen over rood vinden hun oorsprong in de kortgeleden aanpassing aan de stijl van deze webstede. Wie slechts de donkere vormgeving gebruikt, is er overigens aan voor de moeite: die is onveranderd gebleven.

De vormgeving van deze bladzijden steunt, zoals vermeld in het colofon, op een aangepaste versie van LaTeX.css door Vincent Dörig. Die gebruikt een donkerrood als accentkleur gepaard met lichtgrijze achtergrondkleur.

Een korte speurtocht naar de bron van de kleuren leert ons dat Dörig ze overnam van het project latex.css van David Zollikofer. Verder nam Zollikofer de kleuren op zijn beurt over van WiTeX van Andrew Belt, een poging om Wikipedia te hullen in het kleed van LaTeX. Daar loopt het spoor dood: de kans bestaat dat Belt de kleur zelf koos.

De vernieuwing op deze webstede betreft juist deze twee kleuren: het rood is helderder geworden en sluit beter aan bij het rood van de rubrieken, zoals vermiljoen of minium. De achtergrondkleur heeft haar koele grijs vervangen door een warmere tint geel. Het is mijner hoop dat deze nieuwe kleuren de bladzijden een vrolijker aanzien verlenen, met een bescheiden eerbetoon aan de kleur van weleer.

het oude rood
de oude achtergrond
het nieuwe rood
de nieuwe achtergrond

Een laatste overweging is van meer technische aard en verklaart waarom het nieuwe rood enkel in de heldere stijl is doorgevoerd. De donkere tegenhanger blijft, zoals voorheen, een lichtblauwe steunkleur gebruiken.

het blauw
de donkere achtergrond

De reden hiervoor schuilt in de leesbaarheid, die men kan meten in een zogeheten contrastverhouding. Zelfs in zijn nieuwe, helderdere verschijning is het rood tegen een donkere achtergrond te zwaarmoedig; de verhouding van 3,02:1 is te klein. Het blauw heeft daarentegen een verhouding van 9,42:1, wat ruimschoots voldoet.

Het nieuwe rood op de warmwitte achtergrond heeft een contrastverhouding van 4,53:1, wat minder is dan het blauw, maar wel voldoet aan de minimale eisen. Bovendien wordt het slechts als accentkleur gebruikt: het leeuwendeel van de tekst blijft zwart, welks verhouding (16,64:1) ruimschoots volstaat.


De grafiek (figuur 1) is een bewerking van WikiMedia, gezet in Tikz. Dat is op zijn beurt een bewerking van figuur 14.18 uit Anatomy and Physiology door J. Gordon Betts, Kelly A. Young, James A. Wise, Eddie Johnson, Brandon Poe, Dean H. Kruse, Oksana Korol, Jody E. Johnson, Mark Womble en Peter DeSaix. De grafiek gebruikt gegevens uit het onderzoek Visual pigments of rods and cones in a human retina van J. K. Bowmaker en H. J. Dartnall. De figuur is beschikbaar onder de licentie CC BY-SA 4.0.


  1. Bijvoorbeeld In het alg. taalgebruik worden ook zwart en wit als kleuren beschouwd, hoewel fysisch gezien zwart ontstaat door volledige absorptie van alle lichtstralen en wit door volledige reflectie ervan uit het Woordenboek der Nederlandsche Taal bij ingang verf, wat het oorspronkelijke Nederlandse woord voor kleur was
  2. Zie ook Taal is het product van onze vriendelijkheid.
  3. Beschikbaar in onder andere het Internetarchief.
  4. Hoewel taal snel kan veranderen, kan het ook heel traag gaan.
  5. Technische vooruitgang zorgt ervoor dat de kleuren die we nu kunnen gebruiken praktisch onbeperkt zijn, maar dat was lange tijd niet het geval.
  6. Meer hierover op Color term
  7. Zie ook Linguistic relativity and the color naming debate
  8. Het is een Amerikaans gebruik om de initiaal van de tweede naam steevast te noteren.

Alle vragen, suggesties, bemerkingen, opmerkingen, kritieken, meningen, bezwaren, of enige andere vorm van reactie kan u mij per elektronisch schrijven meedelen, op het adres [voornaam]@strijbol.be.