De sporen van de pandemie
De coronapandemie (ook wel coronaoverwoel) was een tijd van nood zonder weerga in de recente geschiedenis. Alle geledingen van het leven werden geraakt door de getroffen maatregelen, en ook de NMBS ontsnapte hier niet aan. Om de vigerende maatregelen aan de reizigers bekend te maken, hebben de spoorwegen verschillende communicatieveldtochten gevoerd, te meer omdat de overheid om de haverklap nieuwe besluiten nam. Dit schrijven poogt die communicatie en wederricht te duiden.
Teneinde aantijgingen over de kortheid van de stukken te voorkomen, sluit dit stuk af met een beschouwing van de plaats van de coronapandemie in de geschiedenis, door ze te vergelijken met twee andere grote pandemieën.
Communicatie in tijden van beproeving
De NMBS bevond zich tijdens de pandemie volop in de euforie van haar Positieve periode, haar gelaat gesierd door de typerende glimlach. De noodcommunicatie ontspringt de dans niet: ook daar is de huisstijl aangewend. De buitengewone omstandigheden van deze tijden geven ons een zeldzame gelegenheid: de NMBS lichtte een tipje van haar sluier op en gunde ons een blik achter de schermen. Op 26 augustus 2020 heeft Pascale Heesterbeek, destijds directeur bedrijfscommunicatie, een voorstelling gegeven bij Mobiliteit Brussels.11 Lees de dia’s er hier zelf op na (alternatieve link) Middels deze voorstelling zette ze de krijgwijze van de NMBS in deze periode uiteen.
De federale fase en het nationaal belang
Keren we terug naar het prille begin van de pandemie, naar 12 maart 2020.22 We frissen hier wat op, voor meer diepgang leze men dit en dit. Naarmate de dag vorderde ontstond een ware stroom aan nieuwsberichten over lokale maatregelen her en der in de steden en dorpen, alsook in de ons omringende landen.33 Bijvoorbeeld https://www.vrt.be/vrtnws/nl/2020/03/12/opinie-rectoren-coronavirus/ Het ging om het afgelasten van bijvoorbeeld sportwedstrijden, jeugdbewegingen en misvieringen. Omstreeks 17u besloten steden zoals Antwerpen en Kortrijk over te gaan tot het sluiten van musea of het verbieden van alle bijeenkomsten. Tegelijk zwol het gerucht aan over nationale maatregelen die er wellicht zouden aankomen. Gezien de situatie waren bijkomende maatregelen onvermijdelijk.
Rond 19u werd bekend dat de nationale veiligheidsraad samenkwam, en naar grote verwachting het federaal rampenplan zou activeren. Tijdens die bijeenkomst sijpelden maatregelen en onderhandelingen over die maatregelen door in de pers. Na 22u begon uiteindelijk een persconferentie, die iets voor 23u afliep. De federale regering besloot tot het invoeren van de federale fase: om middernacht 13 maart, ongeveer 24 uur later, gingen de maatregelen in.
Onmiddellijk begon de NMBS te communiceren en reizigers te informeren, zo goed als mogelijk. In de eerste plaats werden de gezondheidsaanbevelingen herhaald.44 Op dit moment was er nog geen sprake van een mondmaskerplicht Ook op de dienstverlening waren er gevolgen: zo waren er minder treinen naar Brussel en Frankrijk.
Vanaf 23 maart (tot 3 mei) gold er een treindienst van nationaal belang.55 https://press.nmbs.be/regering-nmbs-en-infrabel-voeren-treindienst-van-nationaal-belang-in-300005 De impact hier was nog groter: veel vrijetijdstrajecten werden gestopt of in sterk verminderde bezetting uitgevoerd. Omdat op dit punt niet-essentiële verplaatsingen verboden waren, wou de NMBS zich toespitsen op de verplaatsingen die nog wel moesten gebeuren, veelal voor professionele doeleinden. Ook kampte de NMBS, zoals vele bedrijven waarbij het personeel te velde werkt, met een groeiend aantal werknemers die uitvielen door ziekte en strenge afzonderingsregels.




Beweeg veilig
Vanaf 27 april tot 15 augustus was er een eerste grote informatieveldtocht: #MoveSafe. Het onmiddellijk dringende was reeds bekend, dus kon de aandacht gaan naar meer algemene voorschriften die nageleefd moesten worden. Tot doel stelde de NMBS zich om de reizigers te informeren hoe ze zich veilig konden bewegen. De meeste van deze beelden hieronder verschenen ook met andere achtergrondkleuren, zoals oranje, lichtroze en paars.




Tweede golf van veiligheid
Net zoals de pandemie komt de communicatie in golven. Vanaf 18 augustus kwam de tweede golf. Hoewel de boodschap en het gebruik der iconen grotendeels hetzelfde zijn, valt wel de uniforme achtergrondkleur op. Ook het gebruik van de hashtag (heketiket) valt op.







De spiegel van de geschiedenis
In dit stuk staat hierboven „een tijd van nood zonder weerga in de recente geschiedenis”. Voor velen was de coronapandemie een moeilijke periode. Hoewel zij, strikt genomen, buiten het bestek der spoorwegcommunicatie valt, kan een blik op het verleden helpen om de omvang van de crisis jongstleden te duiden.66 Voorts schrijf ik op deze webstede naar eigen goeddunken: er hoeft geen samenhang te zijn in de stukken.
Menig medium poogde de coronapandemie te spiegelen aan de grote plagen uit het verleden, vaak met grafieken indrukwekkender dan zij accuraat waren, waarvan hieronder een voorbeeld. Deze leerzame afbeelding komt uit het artikel History’s deadliest pandemics, from ancient Rome to modern America van de Washington Post:

Hoewel de grafiek visueel kan bekoren, is ze niet zonder fouten. Zo stelt Tim Newfield.77 Covering COVID-19? Perhaps Leave the Black Death and Great Influenza Out of It, waarvan ik het betoog evenwel niet volg: het is gepast en nuttig om de coronapandemie te spiegelen aan de geschiedenis. Enkele voorbeelden: de sterfcijfers van de pest van Justinianus en Antonius zijn hoogst onzeker. Het getal van 50 miljoen bij Justinianus is allicht een dwaling, en de pest van Antonius mocht zelfs een gewone uitbraak geweest zijn. Tezelfdertijd houden sommige geschiedkundigen staande dat de pest van Milaan dubbel zoveel slachtoffers eiste. Ook de Zwarte Dood heeft last van overschatting: wereldwijd zou het dodental kunnen oplopen tot 100 miljoen, maar dan zeker niet in de Europese jaartallen welke hier vermeld zijn.
Voor een juister te achten overzicht leze men What were the death tolls from pandemics in history? van Saloni Dattani. Doch kan een welgerichte blik op twee der grootste pandemieën, te weten de Spaanse griep en Zwarte Dood, en zulks met het oog gericht op hun Europese gevolgen, verhelderend zijn.
De Spaanse griep
Van de Spaanse griep (ca. 1918 - 1920) wordt algemeen aangenomen dat zij in Europa ongeveer 2,6 miljoen zielen wegrukte, te weten 1,1% van de bevolking. In België vonden 30.000 tot 80.000 mensen hun einde.88 Zie De Spaanse griep in België: 20.000 of 282.165 doden? van Isabelle Devos Dit cijfermateriaal blijft een ruwe gissing, om menigvuldige redenen. Vooreerst heerste de censuur in de bladen doordat men het nieuws van een pandemie tijdens de Grote Oorlog als schadelijk hield. Aldus kwam de ziekte haren naam te ontvangen: in het neutrale Spanje mocht men vrijelijk berichten. Daarnaast was er de oorlog zelf, die algemeen de volksgeest ondermijnde en de lichamen verzwakte.
De herkomst van de Spaanse griep is tot op heden in nevelen gehuld. Een opvatting is dat ze voor het eerst opdook in de Verenigde Staten en verspreid werd via de krijgslieden die de overtocht naar Europa maakten. De andere gedachte wijst naar een Brits veldhospitaal in Stapele (nu Étaples), in het noorden van Frankrijk, als de wieg van deze plaag. De overmaat aan gewonden in het hospitaal en de ontberingen van de oorlog zorgden voor een rijke teelgrond, waarin het zaad van de smetstof welig kon tieren.
De storm van de griep overspoelde de wereld in vier golven. Waar de eerste golf haar aard niet buitengewoon verraderlijker of dodelijker leek vergeleken met de griep des winters, wierp zij wel haar schaduw over de oorlog. Driekwart van de Franse troepen, de helft van de Britse en een derde van de Duitse troepen raakten besmet met de griep. De tweede golf openbaarde echter het moordlustige karakter der griep. Waar deze ziekte doorgaans de jongsten en oudsten het zwaarst treft, vielen nu voornamelijk gezonde volwassenen haar ten prooi. Zo vielen bijna evenveel Amerikaanse soldaten voor de griep als voor de oorlog zelf. In 1919 volgde de derde golf en in 1920 de vierde.

De Zwarte Dood
Geschiedenisboeken plachten de Zwarte Dood te vatten binnen de jaartallen 1347-1352. Men mag echter niet voorbijzien dat de schaduw der pest niet overal gelijktijdig viel. Menig gewest werd op andere tijdstippen in duisternis gehuld. Daarnaast laat de Zwarte Dood zich evenwel niet ten volle begrijpen zonder de gesteldheid van de wereld waarin hij verscheen te vatten. Deze periode draagt niet voor niets de naam de crisis der late middeleeuwen.
Onze speurtocht begint vroeger, in de middeleeuwse zomer, een periode van 950 tot 1250, toen een weldadige warmte zich over het continent spreidde. De weerslag van dit gunstige weer laat zich aflezen aan de zaaizaadfactor, de verhouding tussen het aantal geoogste zaden per aan het veld toevertrouwde zaadje. Tijdens deze warme dagen steeg de factor voor graan tot 7:199 Ter referentie, moderne landbouw haalt 30:1 tot 40:1.. Door een samenspel van velerlei krachten groeide de middeleeuwse bevolking steevast tot de grenzen van wat het land kan voeden. De ruime oogsten zorgden ervoor dat de bevolking verdrievoudigde tussen 1000 en 1300.
Vanaf 1300 kwam er een einde aan het warme Europese deken: het begin van de Kleine IJstijd (ca. 1400 - 1650).1010 Volgens sommigen versnelde de massale bevolkingsafname de afkoeling nog sneller. De zaaizaadfactor was door de gure temperaturen al een aantal jaren gestaag aan het dalen. Hierdoor waren de gebruikelijk reeds karige voedseloverschotten verder gedaald. De magerste oogsten hadden een zaaizaadfactor die kon zakken tot een schamele 2:1. Tezelfdertijd was, met de val van het West-Romeinse Rijk ruim vijf eeuwen eerder, veel staatsmacht teloorgegaan. Geen heerser bezat de middelen om grootschalige voedseltransporten te bewerkstelligen, zoals het Romeinse Rijk dat deed met de graantransporten naar Rome. Volgens sommigen vond een onderneming op schaal van de Cura Annonae pas haar evenknie in de 19e eeuw met de introductie van de spoorwegen.1111 En zo komt de geschiedenis terug bij de NMBS.
Hongersnoden waren in deze tijd een terugkerende gesel. Volgens sommige schattingen was er gemiddeld om de twintig jaar wel een hongersnood. Toch was het in deze periode nijpender: met name lokale variaties in het weer zorgden voor problemen. Zo getuigen analen in Frankrijk van lokale hongersnoden in 1304, 1305, 1310, 1330-1334, 1349-1351, 1358-1360, 1371, 1374-1375 en 1390.
Bij de aanvang van het jaar 1315 begon het in grote delen van West-Europa zwaar te regenen. Deze regen hield ook aan in de zomermaanden, wat verhinderde dat het graan kon rijpen: een mislukte oogst. De weinige korrels die men van het veld haalde, konden niet gedroogd worden door de aanhoudende vochtigheid. Hierdoor werd ook het vee van zijn wintervoeder beroofd. Om dezelfde reden ging het verdampen van zeewater veel trager: de belangrijkste vorm van zoutwinning. De zoutschaarste versterkte de moeilijkheden met het bewaren van voedsel verder. De voedselprijzen stegen tot het drievoudige, met hier en daar nog veel sterkere stijgingen.
De lente van 1316 bracht geen verlichting daar de hemel onophoudelijk zijn tranen over het land bleef storten. Dit dreef de reeds verzwakte bevolking in een spiraal van wanhoop: de trek- en lastdieren werden geslacht voor hun vlees en het zaaizaad werd eveneens genuttigd. Kinderen werden aan hun lot overgelaten in de ijdele hoop dat ze toch ergens eten vonden.1212 Hans en Grietje werden niet zonder reden achtergelaten in een bos. Kinderen aan hun lot overlaten is al meer dan 2000 jaar uit den boze. De oudsten in de huishoudens gaven zich vrijwillig over aan de hongerdood zodat de jonge leden krachten hadden om het veld te bewerken bij de volgende oogst. Kannibalisme werd veelvuldig opgetekend.
Geschriften uit die dagen laten toe om de draagwijdte van deze honger af te lezen. In de steden Brugge en Ieper werden respectievelijk 2000 en 2800 lichamen op stadskosten van de straten geraapt en in massagraven geworpen. Voor Brugge een verlies van 5% van de bevolking, voor Ieper zelfs 10%.1313 W.P. Blockmans, et al. Tussen crisis en welvaart; sociale verandering 1300-1500 (1980).
Soelaas kwam in de zomer van 1317: de stortvloed hield op, waardoor men dat jaar veelal als einde van de Grote Hongersnood optekent. Het land beroofd van zijn trekdieren en zaaizaad, duurde het nog tot 1325 eer de situatie zich min of meer herstelde. Op sommige plekken was de veestapel tot 20% van de oorspronkelijke grootte gekrompen. Naar men schat, stierf in Europa gemiddeld 10% van de bevolking aan ondervoeding, met lokale uitschieters tot 25%.
Deze hongersnood liet littekens achter in de samenleving. Zowel de wereldlijke macht als de kerk boetten in aan aanzien en verloren gezag. De maatschappij verruwde: misdaden waarop de doodstraf stond (zoals moord of verkrachting) werden schering en inslag. Sommige wetenschappers beweren dat 13% van de sterfgevallen in deze periode een moord was (tegenover 1,3% vandaag). Hoewel hongersnoden dus niet zeldzaam waren, kenmerkt de Grote Hongersnood zich door zijn ongewone duur en verre verspreiding.
De Zwarte Dood zou Europa twee decennia later bereiken, doch trof zij een getekende en verzwakte wereld aan.1414 Did famine worsen the Black Death? Hongersnoden hebben generationele, blijvende gevolgen, zeker als ze langer duren. Kinderen die opgroeien in de schaduw van de honger worden onvermijdelijk verzwakte volwassenen. Zo is aangetoond dat de kinderen geboren tijdens en na de Hongerwinter in Nederland (1944-1945) kleiner waren en ook als volwassenen meer gezondheidsproblemen hadden.1515 75 jaar geleden: het begin van de "Hongerwinter" in Nederland
Dat brengt ons tot bij de Zwarte Dood zelf. In 1347 brachten vluchtende kooplui de smetstof mee naar Constantinopel, destijds nog een grote haven van het Avondland. Vandaar begon de plaag haar onstuitbare opmars: naar Sicilië, dan naar Frankrijk, dan Spanje, Portugal en Engeland, en daarna de rest van Europa.
Naar schatting stierven 25 tot 50 miljoen mensen, wat 25% tot 60% van de bevolking was, met lokale uitschieters. Zo geven belastinggegevens aan dat in Florence 80% van de inwoners door de dood zijn weggerukt of gevlucht zijn voor de ellende. Anderzijds heerste lang de gedachte dat Vlaanderen gespaard bleef van de eerste golf en de pest pas rond 1350 in onze contreien lelijk huis hield, maar recent onderzoek weerlegt dat.1616 Zwarte Dood eiste in de middeleeuwen meer slachtoffers in onze streken dan gedacht werd
De impact van dergelijk hoge sterftecijfers op de samenleving en mensen is moeilijk te vatten. Hele boeken zijn al geschreven over dit onderwerp, waarbij sommige stellen dat dit het begin van de moderne tijd is. Om een idee te krijgen, kunnen we kijken naar wat de mensen van toen er zelf over schreven. Hoewel er veel getuigenissen overgeleverd zijn, beperken we ons tot die van Agnolo di Tura, een kroniekschrijver uit Siënna, Toscane, Italië. In mei 1348 beschreef hij in Cronaca senese de omstandigheden waarin hij zijn vijf kinderen verloor:
De sterfte begon in Siënna in mei. Het was iets wreeds en afschuwelijks; en ik weet niet waar te beginnen om te vertellen over de wreedheid en de genadeloosheid. Het leek alsof bijna iedereen verstomd raakte bij het zien van de pijn. En het is onmogelijk voor de menselijke tong om de vreselijke dingen na te vertellen. Waarlijk, wie zulke gruwelen niet heeft gezien, mag zich gelukkig prijzen. En de slachtoffers stierven bijna onmiddellijk. Ze zwollen op onder hun oksels en in hun liezen, en vielen dood neer terwijl ze spraken. Vader verliet kind, vrouw echtgenoot, de ene broer de andere; want deze ziekte leek zich te verspreiden via adem en blik. En zo stierven ze. En niemand kon worden gevonden om de doden te begraven, niet voor geld, niet uit vriendschap. Gezinsleden brachten hun doden zo goed en zo kwaad als het ging naar een greppel, zonder priester, zonder kerkelijke plechtigheden. Ook luidde de doodsklok niet. En op vele plaatsen in Siënna werden grote kuilen gegraven en diep gevuld met de menigte aan doden. En ze stierven met honderden, zowel dag als nacht, en allen werden in die greppels gegooid en met aarde bedekt. En zodra die greppels vol waren, werden er meer gegraven.
En ik, Agnolo di Tura, bijgenaamd de „Dikke”, heb mijn vijf kinderen met mijn eigen handen begraven. En er waren er ook die zo schaars met aarde bedekt waren, dat de honden hen voorttrokken en vele lichamen verslonden door de gehele stad. Er was niemand die weende om enige dode, want allen verbeidden de dood. En er stierven er zo velen, dat allen geloofden dat het het einde van de wereld was.
Het begraven zonder kerkelijke diensten krijgt niet voor niets een vermelding in deze tekst. De zwaarte ervan is voor de hedendaagse lezer mogelijk moeilijk te doorgronden. Mensen in de middeleeuwen geloofden in hun geloof op een manier die in onze moderne maatschappij zeldzaam geworden is. Dat betekent niet dat de middeleeuwse mens vrij van zonden was. Vergelijk met het roken van sigaretten: iedereen kent de gevaren, maar toch vallen mensen er aan ten prooi.
Neem als voorbeeld het doopsel: men geloofde dat wie niet gedoopt was, gedoemd werd tot de hel. Leek het er op dat een kind dreigde te sterven in het uur van zijn geboorte, bewoog men daarom hemel en aarde om het kind alsnog te dopen, desnoods in utero. Daarvoor had men vanaf de 18e eeuw zelfs speciaal gereedschap: de doopspuit werd in de baarmoeder ingebracht in de hoop dat het doopwater het kind zou bereiken. De diepe belevenis van het geloof verklaart ook waarom in geval van nood eenieder, zelfs ongelovigen, het sacrament van de doop mag toedienen.
Meer hierover leze u in Oaths! How do they Work? en How It Wasn’t: Game of Thrones and the Middle Ages, Part II.

De coronapandemie
In Europa zijn volgens recente cijfers ongeveer 2 miljoen mensen overleden aan de ziekte, met 250 miljoen besmettingen. Met een bevolking van ongeveer 790 miljoen komt dat op 0,2%. De kronieken van deze tijd zullen met een grotere zekerheid cijfers kunnen voorleggen dan die van weleer, zoals bij de Spaanse griep. Bijvoorbeeld dankzij de meer dan 2 miljard testen die afgenomen zijn om besmettingen op te sporen. Wereldwijd zou de plaag 7 miljoen levens geëist hebben, al blijft de ware omvang in verre landen minder zeker (zoals in armere landen of landen als China).
Geenszins is de bedoeling het ervaren leed te verkleinen: veel mensen zijn dierbaren verloren en de maatregelen tijdens de pandemie waren voor veel mensen moeilijk. Wie echter kijkt naar de naakte sterftecijfers, moet besluiten dat de coronapandemie, hoe pijnlijk ook, een stuk minder dodelijk was dan vroegere pandemieën.
De vraag wat hiervoor aan de basis ligt zal geleerden nog lang bezighouden. Welke rol speelden de getroffen maatregelen? Wat was de impact van de vaccinaties, die in bijvoorbeeld in Vlaanderen buitengewoon goed verliep (waar slechts een kleine hoeveelheid mensen er de laars aan lapten)? Welke verschillen zijn er in landen met een andere aanpak? Speelt de algeheel betere gezondheid van het volk, in vergelijking met vroeger, een grote rol? Dit en nog veel meer vragen worden nu en in de toekomst ongetwijfeld beantwoord.
- Lees de dia’s er hier zelf op na (alternatieve link) ↩
- We frissen hier wat op, voor meer diepgang leze men dit en dit. ↩
- Bijvoorbeeld https://www.vrt.be/vrtnws/nl/2020/03/12/opinie-rectoren-coronavirus/ ↩
- Op dit moment was er nog geen sprake van een mondmaskerplicht ↩
- https://press.nmbs.be/regering-nmbs-en-infrabel-voeren-treindienst-van-nationaal-belang-in-300005 ↩
- Voorts schrijf ik op deze webstede naar eigen goeddunken: er hoeft geen samenhang te zijn in de stukken. ↩
- Covering COVID-19? Perhaps Leave the Black Death and Great Influenza Out of It, waarvan ik het betoog evenwel niet volg: het is gepast en nuttig om de coronapandemie te spiegelen aan de geschiedenis. ↩
- Zie De Spaanse griep in België: 20.000 of 282.165 doden? van Isabelle Devos ↩
- Ter referentie, moderne landbouw haalt 30:1 tot 40:1. ↩
- Volgens sommigen versnelde de massale bevolkingsafname de afkoeling nog sneller. ↩
- En zo komt de geschiedenis terug bij de NMBS. ↩
- Hans en Grietje werden niet zonder reden achtergelaten in een bos. Kinderen aan hun lot overlaten is al meer dan 2000 jaar uit den boze. ↩
- W.P. Blockmans, et al. Tussen crisis en welvaart; sociale verandering 1300-1500 (1980). ↩
- Did famine worsen the Black Death? ↩
- 75 jaar geleden: het begin van de "Hongerwinter" in Nederland ↩
- Zwarte Dood eiste in de middeleeuwen meer slachtoffers in onze streken dan gedacht werd ↩