Startpagina > Leestip: Zaakwoordenboek der Lage Landen

Leestip: Zaakwoordenboek der Lage Landen

Niko Strijbol

taal, leestip

Het stuk Leestip: Taaldacht schept een precedent voor het delen van andere plekken op het web, die ik het bekijken waard acht. Het toeval wil dat het tweede stuk over een ontdekking in zekere zin verwant is aan laatstgenoemde ontdekking: het Zaakwoordenboek der Lage Landen.

Elkeen is intussen bekend met Wikipedia, de „vrije encyclopedie”, en haar zusterproject WikiWoordenboek. Het Zaakwoordenboek der Lage Landen (ZZL) is in zekere zin een samensmelting van beide projecten, met een typerende eigenheid. De grootse uiting van die eigenheid is het gebruik van Erventrouwnederlands. Een andere uiting is de alleenheerschappij: het is een eenmansonderneming. Lezers hebben geen mogelijkheid om zelf bij te dragen.

ZZL heeft een eigen beschrijving, waar ik weinig aan toe te voegen heb. De beschrijving laat uitschijnen dat het poogt een evenknie te zijn voor Wikipedia, doch is het werk inhoudelijk meer verwant met WikiWoordenboek.

Daar dit stuk onder de afdeling taal valt, is het de moeite eens te kijken naar dit Erventrouwnederlands. In eigen woorden:

Het Erventrouwnederlands (afgekort: ENL) is een onvormelijke zijtak der Nederlandse taal gebezigd op onder andere het Zaakwoordenboek der Lage Landen. Het ENL richt zich op een woordkeus waarbij leenwoorden bedachtzaam worden toegepast, oude/vergeten woorden worden teruggebracht en waarbij het behoud der naamvallen en woordgeslachten voorop staat.

Het zal niemand verbazen dat het eerste deel van de samenstelling, erventrouw, voor het eerst gemunt werd op Taaldacht. In laatstgenoemde verscheen ook een gesprek tussen beide heren, te lezen op Wat vragen voor C.J. Righart. Het doorgedreven gebruik van het Erventrouwnederlands betekent wel dat de tekst enige gewenning eist voor het vlot te lezen.

Ter illustratie van bovenstaande volgt hieronder de eerste alinea van de eerste vraag uit dit gesprek:

Je weigerde als kind een woord te zeggen en ging later geheime taalkunde beoefenen onder norse woudbroeders op de Veluwe. Is dit waar?

Hulde aan den broeders, ware het niet dat dit helaas voor mijner levensbeschrijving niet het geval is. De beginselen waren minder sprokelijk en eigenlijk ook nog in ene uitheemse taal: Engels. Alhoewel getogen in de Lage Landen komt mijn gezin—destijds, wij hebben allen Avondlandse wortels—uit Nieuw-Zeeland en Engels was in gewisse zin voor aanzienlijke tijd de voertaal thuis. In hoeverre mijn tweetalige opvoeding invloed had op mijn belangstelling is lastig te bepalen, maar het Engels had voor mij om deze reden wel een minder bijzondere waarde vergeleken met een hoop mijner leeftijdsgenoten. Er was dan ook niet veel nodig om mijn toewijding aan het Nederlands aan te wakkeren, weliswaar op latere leeftijd.